Deze twee magistrale verhalen handelen opnieuw over de excentrieke joods-ierse Glass-familie. Ze zijn geschreven met de duizelingwekkende brille die Salinger kenmerkt. De dialogen zijn geniaal, de satire buitengewoon geestig, de stijl vloeiend en gracieus. Salingers intense aandacht voor intonatie en gebaren maakt hem tot een unieke schrijver. Zijn fictie, met zijn grimmige bravoure, zijn humor, zijn morbiditeit, is wrang maar toch hoopvol.