Het wordt hoog tijd voor een goed gesprek tussen Mannes Delft en zijn vrouw Femke, geboren Koedoder. Hun levens drijven uit elkaar sinds hun vijfjarige dochtertje Julia bij een verkeersongeluk om het leven is gekomen. Geen van beiden kan het alleen aan - maar samen hadden ze dat toch moeten kunnen? Ze gaan uit elkaar. Terwijl Femke, kunstschilderes maar nuchter als brood, steun zoekt bij een vriendin, rommelt Mannes, lijstenmaker maar een wilde fantast, in zijn eentje verder en houdt zich met zijn cynische opmerkingen overeind ('Bent u getrouwd? Wat naar voor u.'). Met elkaar praten blijkt een grote kunst te zijn. In de meesterlijke stijl die we van hem gewend zijn vertelt Mark Boog van twee kampioenen in deze discipline, die graag langs elkaar heen praten en er tegelijkertijd hoogst verbaasd over zijn dat anderen hen niet begrijpen. Of bang zijn begrepen te worden. Mannes liep naar de kast, pakte er een notitieblok en een pen uit en ging weer zitten. 'Jij het huis, ik de rest,' zei Femke ferm. Ze wierp een vastbesloten blik op Mannes, die naar het witte papier voor zijn neus staarde. Mannes keek even op. 'Goed,' zei hij, waarna hij zijn blik onmiddellijk weer neerwaarts richtte. Hij verdeelde het papier met een krachtige, verticale pennenstreek in twee smalle delen, schreef boven de linkerhelft zijn eigen naam en boven de rechter die van zijn vrouw. Eronder schreef hij, in hoofdletters, de resultaten van de onderhandeling. 'Een korte lijst,' zei hij, meer tegen zichzelf dan tegen Femke, 'die toch uitputtend is. Het huis en de rest. Mooi.' Hij tilde snel zijn hoofd op, keek Femke aan en grinnikte betrapt. Meteen richtte hij zich weer op zijn lijst, die hij afsloot met dubbele strepen onder beide kolommen. 'Details?' vroeg hij.