Geen andere filosoof heeft in de Europese geschiedenis zoveel invloed gehad op allerlei gebieden van de wetenschap als Aristoteles (384-322 v.C.). Hij was geïnteresseerd in alles: hoe ontstond een schelp, wat was de oorzaak van steriliteit? Hij speculeerde over de aard van de ziel en de interpretatie van dromen. Er wordt gezegd dat Aristoteles iedere tak van wetenschap heeft gevormd. Hij was de eerste die de toenmalige menselijke kennis systematatisch in categorieën indeelde, waarmee het begrip van de wereld zich systematisch kon ontwikkelen. Lange tijd zijn alle denkbeelden van Aristoteles tot waarheid verheven en dacht men 1500 jaar lang dat de zon om de aarde draaide en dat alles gemaakt was van aarde, vuur en water. Waarom duurde het zo lang om deze beperkingen te ontdekken? En zouden er nog meer zijn? En bijna had de wereld deze geniale man moeten missen. Zijn voormalige leerling Alexander de Grote stond op het punt de ter dood verklaring van Aristoteles te ondertekenen, maar vergat dit gelukkig en vertrok om India binnen te vallen. Aristoteles is leerling geweest aan de Academie van Plato, later docent, maar hij ontwikkelde uiteindelijk heel andere filosofische opvattingen en stichtte later zijn eigen school. Typerend is het schilderij van Rafaël De Atheense school uit 1510 waar de discussiërende Plato en Aristoteles centraal staan: Plato wijst omhoog en denkt de realiteit daar te vinden, in hogere sferen, Arsitoteles zoekt dat hier, in de dingen zelf.