Ambitieuze roman van jong talent over het verlangen een ouder te zijn, of iemands kind. In de nadagen van de Tweede Wereldoorlog wordt in Duitsland een jonge SS'er, Armin Immendorff, aangesteld als verloskundige in een ziekenhuis van de Lebensborn-vereniging. De nationaal-socialistische organisatie heeft tot doel de geboortecijfers te verhogen en een zuiver Arisch ras te scheppen. Armin ontfermt zich over het pasgeboren kind van een jonge, in het kraambed gestorven vrouw. Het kind, een zoon, krijgt de naam van zijn nieuwe vader: Armin. En daarmee begint het verhaal van een zoon die net als zijn adoptievader zal proberen een diep verlangen naar liefde en familie te verwezenlijken. Het geheim van zijn afkomst, zijn vlucht naar Nederland - met een verpleegster die zijn pleegmoeder wordt - en zijn eigen verlangen naar het vaderschap leiden de jonge Armin langs ziekenhuizen, weeshuizen en DNA-laboratoria. Ook de tweede helft de twintigste eeuw blijkt geobsedeerd door eugenetica, voortplanting, klonen en ouderschap. Gustaaf Peek (1975) studeerde Engelse taal- en letterkunde en publiceerde eerder gedichten en verhalen in onder andere Nymph, De Tweede Ronde, en Tzum. Hij debuteert met de roman Armin.