Groot-Brittannië, eind negentiende eeuw. Arthur en George groeien op in verschillende werelden: Arthur in de gegoede middenklassse van Edinburgh, George in de pastorie van een klein plattelandsdorpje. Arthur zal dokter worden en een van de beroemdste schrijvers van zijn tijd, George blijft een eenvoudige, hardwerkende burger. Bij het aanbreken van een nieuwe eeuw kruisen hun paden zich bij een van de meest sensationele rechtszaken uit die tijd. George Edjali is half Indiaas en als zijn familie dreigbrieven ontvangt lijken deze uit racistische overwegingen geschreven. Dan worden in de directe omgeving beesten afgeslacht en blijkt George tot zijn verbazing zelf een verdachte. Na een dubieus proces wordt hij tot zeven jaar dwangarbeid veroordeeld. Arthur Conan Doyle, inmiddels schrijver van de beroemde Sherlock Holmes-verhalen, is in die tijd in diepe rouw over de dood van zijn eerste vrouw. Daarnaast wordt hij al jaren verscheurd door een diepe liefde voor een andere vrouw. Als hij leest over de zaak-Edjali raakt hij gefascineerd en is vastbesloten de onschuld van George te bewijzen.