Muziek speelde een grote rol in de kindertijd van Jessica Durlacher. De symfonieën, pianoconcerten en kwartetten daverden door het huis. Dat Jessica’s grootvader Arthur, in 1945 vermoord in Bergen-Belsen, operazanger was, leek lang een gegeven van ondergeschikt belang. Tot zij op een dag beseft dat klassieke zang de enige muziekvorm is waarnaar bij haar thuis nooit werd geluisterd. In Arthuro d’Alberti ontvouwt zich in circa honderd pagina’s de tragische geschiedenis van Arthur Durlacher, die in kamp Westerbork zijn finest hour als zanger beleefde. Pas op de laatste pagina’s komt aan het licht waarom zang voor zijn zoon voor altijd beladen zou zijn.