Beschrijving van een eerste bewustwording in Zen Het Dagende Niets pretendeert niet meer dan een beschrijving te zijn van een eerste, allereerste bewustwording, voortgebracht via de Zen-techniek Janwillem van de Wetering, discipel van een Japanse meester, beschrijft hoe hij, na de dood van de Japanner, zijn training voortzet in Amerika. Ergens, in een kleine nederzetting aan de kust van de Verenigde Staten, leert een meester zijn leerlingen hoe zij alleen iets kunnen bereiken door los te laten, terwijl - en dat is misschien het meest onbegrijpelijke van de methode van deze Boeddhistische sekte - zij steeds gedwongen worden hun uiterste best te doen. De schrijver is geen heilige en het verhaal bevat, voor de Westerse godsdienstige manier van denken, geen onmiddellijk herkenbare aanknopingspunten. Toch winnen, juist hier in het Westen, Boeddhistische ideeën van de onthechting, het Niets, het ongeborene, steeds meer grond en juist het 'losse', de vrijheid van tenminste een benadering van een volkomen ongebondenheid, schijnt ons steeds meer te fascineren. Voor velen zal dit, hier en daar wat cynisch aandoende verhaal een verademing zijn en misschien zelfs aanleiding tot de conclusie dat het alledaagse leven een groot en prachtig mysterie is, een mysterie dat niet buiten ons om gaat maar waar wij, illusionaire eenheden, deel van uitmaken.