Voor de wereld is een doek gespannen: het doek van de overlevering, van de voorgefabriceerde waarheid. Niet alleen conformisten, ook rebellen laten zich door dat doek misleiden: ook zij gaan uit van de kennis die het hun verstrekt, het doek zelf blijft buiten schot. Behalve in een specifieke kunstvorm: de roman. Sinds Cervantes zijn antiheld Don Quichot op pad stuurde en het doek scheurde door de wereld in haar prozaïsche naaktheid te laten zien, heeft de roman dat negatieve gebaar keer op keer herhaald. Door op die manier telkens nieuwe aspecten van het menselijk bestaan te onthullen heeft de romankunst haar eigen, autonome geschiedenis ontwikkeld, die nu misschien wel ten einde loopt: 'De geschiedenis van de kunst is vergankelijk. Het gebabbel van de kunst is eeuwig.'