Achttien jaar geleden verscheen Boudewijn Büchs roman De kleine blonde dood, een verhaal over een vader die zich niet kan verzoenen met het leven, een zoon die worstelt met zijn identiteit en een kind dat daar de dupe van lijkt te worden. Het geheim van Eberwein is het lang verwachte vervolg op het boek dat herdruk op herdruk haalde. De roman pakt de draad op van het geknakte leven van de vader uit De kleine blonde dood en beschrijft het weervaren van de jongen zonder identiteit: een schrijvend verhaal van mislukking, onverwerkt verdriet en een desastreuze vaderbinding. De hoofdpersoon van de roman, die Boudewijn heet, gaat op zoek naar het verleden van zijn vader in Duitsland en komt zo op het spoor van een componist. In Duitsland neemt de roman een uitzonderlijke wending en krijgt het verhaal bijna detective-achtige trekken, maar er is ook - en vooral - plaats voor een immens verlangen naar de vader en het overleden kind. Het geheim dat de hoofdpersoon najaagt, spookt op onontkoombare wijze door de hoofdstukken, die elk op zich een spiegeling zijn van de hoofdstukken in De kleine blonde dood.Het geheim van Eberwijn is in verscheidene opzichten een bijzonder boek. Na jaren krijgt de lezer eindelijk meer inzicht in het verdriet dat De kleine blonde dood zo beklemmend maakt. De roman vertelt een zonder meer huiveringwekkende geschiedenis die stukloopt in een mapje dat opgeslagen bleek in een donkere, diepe, Duitse archiefkelder.