Om haar macht veilig te stellen, kroont Hatsjepsoet na de dood van haar gehate echtgenoot Toetmoses zichzelf tot farao. Ze geeft de meest schitterende feesten, laat tempels bouwen en obelisken oprichten en regeert met hardere hand dan al de mannen vóór haar. Ze vindt opnieuw liefde in de sterke armen van haar meesterbouwer, maar ook hij kan haar niet tegen haar vijanden beschermen.