In de vroeg-dynastische periode was er nog geen sprake van astronomie of astrologie zoals we die nu kennen. De oude Egyptenaren waren echter wel vertrouwd met een geheel van wiskundige berekeningen met betrekking tot de verschijnselen die zich aan de hemel voordeden. Met gebruikte deze berekeningen om in harmonie te leven met de hemel en dus met het goede. ‘Horoscopen’ of 'bewaarders van de tijd' en 'meesters van de levens-uren' zagen er op toe dat het juiste geboorte-uur nauwkeurig werd genoteerd in de grote ruimtecirkel. Deze meesters van maten en getallen gaven voortdurend inzicht in de stand van de planeten en sterren zodat iedereen altijd op de hoogte was van de stand van de sterrenbeelden. Uit deze combinatie van heilige wiskundige berekeningen en de stand van de 12 dierenriemtekens ontwikkelde zich de astronomie. Albert Slosman deelt in Astrologie van het oude Egypte zijn omvangrijke kennis op dit gebied met allen die zich interesseren in de oorsprong van de astrologie; een onmisbaar basiswerk.