Minoes en Ibbeltje - leukere poezen bestaan er haast niet in de Nederlandse literatuur. Menselijk en poezerig tegelijk, onafhankelijk en heus niet altijd aaibaar. Net als de sluwe Flattekat uit Pluk van de Petteflet, de kat van ome Willem die op reis ging en de Genemuider kat die atypisch in het bad zit. Annie M.G. Schmidt en katten: het is een gouden combinatie. Want niet alleen in haar kinderboeken en liedjes vereeuwigde ze haar lievelingsdier, ook in talloze columns, brieven en herinneringen. In Het grote poezenboek zijn al haar teksten over poezen verzameld. Een prachtboek voor alle liefhebbers van haar werk én van het dier dat zij zelf soms wel had willen zijn.