Aan de voet van de Pyreneeën, in Rennes-le-Château, doet een 19de-eeuwse priester een geheimzinnige ontdekking die hem in staat stelt een fortuin te vergaren. Deze ontdekking staat aan het begin van een speurtocht die voert langs gecodeerde perkamenten, geheime genootschappen, de Tempelridders en een duister Frans vorstenhuis dat al 1300 jaar geleden de greep op de koningstroon verloor. De auteurs besteedden jaren aan hun onderzoek en kwamen tot een schokkende conclusie: de onthulling van een geheim dat aan de basis ligt van de hele westerse beschaving en een nieuw licht werpt op de oorsprong van het christendom sterker nog: op de identiteit van Jezus zelf.