Op een dag wordt op de boerderij van Steen een veulen geworpen. Steens kinderen zijn in de wolken over het paardje, dat ze Krapi noemen. Krapi groeit uit tot een oogverblindend mooi 'sprookjespaard' waarmee het gezin, dat met moeite de eindjes aan elkaar kan knopen, grote bewondering oogst. Tijdens een staatsbezoek van koning Christiaan van Denemarken aan IJsland geeft Steen de schimmel, zijn enige bezit aan de koning cadeau. De koning wil hem er rijkelijk voor belonen, maar de boer heeft geen dingen nodig die koningen hem kunnen aanbieden. Steen is op zoek naar iets anders, maar wat dat 'iets' is kan hij niet benoemen. Tot hij een mormoonse bisschop ontmoet, die hem doet geloven dat het paradijs op aarde in het Amerikaanse Utah ligt.