De Egyptenaren waren de ontdekkers van de kalender; de meest fundamentele en praktische toepassing van astronomie, door middel van observatie en vaststelling van de lengte van het Zonnejaar. Deze wetenschap beoefenden zij minstens al in het vijfde millennium vóór Christus. In de afgelopen eeuw hebben egyptologen en astronomen die theorie echter pertinent van tafel geveegd. Waarom zouden de Egyptenaren de wetmatigheid van hemelse verschijnselen zoals de cycli van sterren, zon, maan en planeten willen vastleggen? En hoe zouden ze dat dan gedaan hebben? Welke barrières moesten zij daarvoor overwinnen? Volgens recente wetenschappers heeft de Egyptische sterrenkunde zelfs nooit bestaan. Maar hoe had onze beschaving eruit gezien zonder die oude Egyptenaren? Astronomie blijkt zelfs het centrale thema van de Egyptische cultuur. Egyptenaren, die zichzelf zagen als zonen van Horus, ontwikkelden een alomvattend systeem: de kosmische orde, de samenhang tussen Hemel en Aarde. Wat boven is, is ook beneden. Egypte als spiegel van de kosmos. Ze brachten die samenhang zelfs letterlijk in beeld in het ontwerp van het Piramideveld. Maar ook in hun religie en tijdsbesef kwam die tot uitdrukking. Ze waren het eerste volk op aarde dat uren, dagen, maanden gebruikte en seizoenen en jaren kende. Een machtig geheim dat in dit boek wordt geopenbaard!