Het innerlijk behang van de jonggestorven dichter Hans Lodeizen verscheen in 1950 (hoewel de eerste druk het jaartal 1949 vermeldt). Volgens velen luidde de bundel de moderne na-oorlogse poëzie in Nederland in. Ze bracht diverse critici ertoe Lodeizen de 'Jacques Perk van de Vijftigers' te noemen. Het weemoedige verlangen dat de toon van zijn bundel bepaalde, sprak meteen veel lezers aan en decennialang was Lodeizen een van de meeste gelezen Nederlandse dichters. Ik heb zo dikwijls zo vreemde angst gekust in mijn dromen van brons en marmer dat het tenslotte een troost is in een regenplas naar de blauwe hemel te staren.