In 'Atlantische Legenden' (Leiderdorp 1960) ontleedt Freek van Leeuwen vlijmscherp de mythes van de moderne Westerse samenleving. De dichter zoekt antwoorden op de vraag, waarom de moderne mens alleen nog maar kan dromen van een betere wereld in de vorm van een groot consumptieparadijs. De ziektes en verslavingen van het Westen die Van Leeuwen analyseert " wapenindustrie, technologie, consumptiedwang " doen anno 2011 opmerkelijk actueel aan. Zowel de verzen van de dichter als zijn geheimzinnige psychogrammen waarmee de bundel is geïllustreerd, zetten ook de moderne lezer aan tot nadenken over zichzelf en de wereld om hem heen. Freek van Leeuwen (1905-1968) schreef zijn eerste gedichten als onderbetaald arbeider in een Leidse conservenfabriek. Hierin deed hij verslag van de armoede en ellende in veel arbeidersgezinnen omstreeks 1930. Met de opkomst van het nazisme volgde een lang stilzwijgen. In 1954 verhuisde Freek van Leeuwen naar een huisje in de Leiderdorpse polder, waar hij de pen weer opnam en zijn 'Atlantische Legenden' schreef. Slechts een paar vrienden en bekenden bezochten de dichtende kluizenaar en lazen zijn nieuwe poezie. Zijn ideaal van een vrije samenleving zonder uitbuiting en onderdrukking bleek nog springlevend. Met deze heruitgave verschijnt het gedicht na ruim vijftig jaar alsnog voor een groter publiek. Herinneringen aan Freek van Leeuwen, van Martin Mooij (oprichter Poetry International) die Van Leeuwen in de jaren vijftig herontdekte, completeren deze publicatie. Literatuur- en cultuurhistoricus Kornee van der Haven schreef een nawoord over de politieke en historische achtergronden van het werk van Van Leeuwen.