Nim is een ongewone jongen op een ongewone plaats. Hij is de enige levende bewoner van een kerkhof. Hij leert oude gewoonten kennen, van toen zijn spookachtige beschermers nog leefden, maar hij leert ook hoe hij zichzelf kan laten verdwijnen. En dat komt hem goed van pas! Maar kan een jongen, opgevoed door geesten, de wonderen en verschrikkingen van zowel de wereld van de levenden als van de doden aan? En dan zijn er ook nog gruwels en nachtmergels, demonen die noch bij de levenden, noch bij de doden horen...