Aan een traag stromende beek in een klein provinciestadje ergens in Nederland staat een huis dat bewoond wordt door een jonge vrouw, een oude man en een kind. Het kind is ernstig gewond geraakt tijdens oorlogshandelingen in Afghanistan. Sarine, een twintigjarige Nederlandse vrouwelijke soldaat die haar (vredes)missie in Afghanistan vervulde, vond de jongen en bracht hem, toen haar werk daar klaar was, naar aar woning aan de beek in Nederland, om hem daar te verzorgen. Tijdens een wonderlijke nacht wordt het kind opgehaald door een engel die de jongen laat zien waar zijn toekomst ligt. Het kind en de engel wil de lezer raken vanwege zijn originele compositie, fijnzinnige woordkeus en bijzondere sfeer. Het boek laat zien dat het werkelijke leven pas na dit leven begint en dat we - hoe tegenstrijdig het ook klinkt - alleen datgene wat we in dit leven hebben weggeven kunnen meenemen naar de plaats die we hemel noemen.