Augustine de Villeblanche is twintig en mooi. Mannen maken bij haar geen kans, want Augustine heeft besloten een 'buitenissige' neiging te volgen en haar genot te zoeken bij seksegenoten: 'Een mens kan niets dwazers doen dan zich schamen voor de aandriften die de natuur hem heeft geschonken'. Dan verschijnt de nog baardeloze Franville ten tonele. Hij wil Augustine veroveren en gaat als vrouw verkleed naar een bal waar zij als man verkleed op slachtoffers jaagt. Ze maken kennis, er wordt versierd, er wordt getast, er worden schokkende ontdekkingen gedaan. Volgt een dialoog waarin de twee personages elkaar en de lezer stapje voor stapje naar een verrassende ontknoping voeren.