In Het leven aan het Franse hofwekt Emmanuel Le Roy Ladurie een roemruchte periode uit de Franse geschiedenis tot leven: de hoogtij dagen van het ancien regime, aan het begin van de achttiende eeuw, ten tijde van het bewind van Lodewijk XIV, de Zonnekoning, en dat van zijn opvolger, de hertog van Orléans. Het boek roept een magistraal beeld op van het dagelijks bestaan zoals zich dat voltrok aan de hoven van Versailles en Marly. We lezen over de hoféultuur met haar vaste omgangsvormen, de geloofsbeleving, de politieke spelletjes, de seksuele moraal en het gebruik van tabak en andere genotsmiddelen. Mede op basis van de fabuleus geschreven kronieken van hovelingooggetuige Saint-Simon, die gelden als de rijkste bron van informatie over deze periode, schetst Het leven aan het Franse hof een samenleving die gekenmerkt wordt door een strenge maatschappelijke hiërarchie, die een steeds nadrukkelijker gevoelde ongelijkheid moet maskeren. Gaandeweg wordt begrijpelijk hoe in deze periode een voedingsbodem kon ontstaan voor een van de grootste omwentelingen uit de wereldgeschiedenis.