Hij vroeg de Duitse bewaker: 'Schiet mij toch dood'. Maar Albert Tytgadt, dwangarbeider in het concentratiekamp van Blechhammer, moest niet denken dat hij zijn eigen dood kon kiezen. De bewaker gaf hem een klap voor zijn hoofd met zijn eigen Schaufel en Albert viel in een coma. Dat was zijn redding. Hij overleefde vier gevangenissen en twee concentratiekampen. Maar na de oorlog bleven de herinneringen aan die 582 dagen in Duitse gevangenschap door zijn hoofd spoken. Hij raakte er niet van verlost. En er wilde haast niemand naar zijn verhalen luisteren. Tot Albert Tytgadt op de Antwerpse boekenbeurs van 2008 Louis Van Dievel aansprak. Ze maakten een afspraak: Albert Tytgadt zou zijn leven vertellen en de auteur zou dat neerschrijven in een roman. Niet omdat het om een verzonnen leven zou gaan, maar omdat de levensloop van Albert leest als een roman. Het zijn bittere en soms tragikomische oorlogsverhalen, maar het gaat ook over zijn jaren op de pupillenschool van Saffraanberg, zijn mislukte wielercarrière en zijn succes als slager in Antwerpen. Over hoe hij zich na de dood van zijn vrouw afkeerde van zijn familie en vereenzaamde. 'Ik ben geen held, nooit geweest,' zei hij dikwijls, 'maar wat ik heb meegemaakt mag niet verloren gaan.' Louis van Dievel is journalist bij de VRT-televisieredactie. Het leven van Albert is zijn zesde roman. De Pruimelaarstraat haalde de shortlist van de Libris Literatuurprijs 2007.