De kerkvader Aurelius Augustinus (354-430) liet maar liefst 131 geschriften na, die bij elkaar de omvang hebben van zo'n tien bijbels. Hij werd op de grens van het huidige Algerije en Tunesië geboren en christelijk grootgebracht. Later ging hij reizen en keerde hij zich af van het christendom, tot hij liggend onder een vijgenboom in zijn tuin in Milaan een stem 'als van een jongetje of meisje' hoorde die zei: 'Neem, lees'. Augustinus pakte een bijbelboek en las en bekeerde zich prompt. In zijn 'Belijdenissen' vertelt hij meeslepend over zijn leven als zondaar en bekeerling. Het boek is dan ook te zien als de eerste westerse autobiografie.