Als het joodse engeltje Sjmoeël-Abbe uit het paradijs naar de aarde is gestuurd, wordt hij daar bij nieuwe ouders geboren. Aan zijn nieuwe vader en de drie notabelen van het dorp vertelt hij over de spannende avonturen die hij samen met zijn vriend Pisjerl heeft beleefd in het paradijs, waar alle bekende Bijbelse figuren worden verbeeld als Oostjoodse sjtetlbewoners. Kwajongensstreken, liefdesperikelen, een nachtelijke spookgeschiedenis en een heuse ontmoeting met Adam en Eva passeren de revue.