De parabel van 'Het nachtblauwe boek' is een moderne versie van het verhaal van de verloren zoon, geschreven vanuit het gedachtegoed van een cursus in wonderen. Het vertelt hoe de zoon weggaat bij zijn vader die hem in liefde zijn hele koninkrijk gegeven heeft, maar volgens, de prins een heel belangrijk bezit voor zichzelf heeft gehouden: Het nacht blauwe boek. De zoon steelt dit en ontdekt tot zijn schrik dat het boek zijn inhoud losgelaten heeft. Hij gaat op de vlucht en vergeet hoe langer hoe meer zijn afkomst. Luisterend naar een slechte en een goede raadgever komt hij na veel omzwervingen weer bij zijn vader die hem verteld dat hij nog evenveel van hem houdt en dat er in zijn ogen niets is gebeurd. Een hereniging volgt. Het tweede sprookje in deze bundel, 'Hoe de bochelaar zijn bochel verloor', vertelt het universele verhaal van de koningszoon die zijn levensmissie heeft ontlopen en zijn koninkrijk leeg heeft achtergelaten. Het enige wat hem aan zijn oorsprong herinnert zijn een paar magische sleutels. En die brengen hem er uiteindelijk toe zijn rechtmatige plaats In zijn eigen koninkrijk weer in te nemen.