Een vrouw en een man zijn nog maar kort samen als zij hem vraagt: wat voor leven had je eigenlijk voordat je mij kende? Dat klinkt onschuldig, maar een kiem van jaloezie ligt erin verborgen. De man vertelt hoe hij door een toevallige ontmoeting bevriend raakte met een echtpaar en via hen nieuwe mensen leerde kennen. Hij spint een web aan wonderlijke relaties die uiteindelijk leidden tot de ontmoeting en zijn verliefdheid. Aan het einde van de roman heeft zij een zeer gedetailleerd antwoord op haar vraag, maar welke waarheid heeft hij verteld? In Het onvermijdelijke toeval tekent Martin Mosebach met criminele precisie in verleidende taal het spel van liefde en toeval, van pijnlijke waarheid en mensvriendelijke illusies.