Beter dan wie ook waren de Noord-Amerikaanse Indianen zich bewust van de natuur en de invloed die de natuur uitoefent op het geestelijk en lichamelijk bewustzijn. Ieder seizoen trokken zij naar andere streken en zij reisden naar nieuwe gebieden zodra hun akkers en jachtgebieden uitgeput waren. Deze reizen waren vaak barre tochten vol gevaar en onverwachte gebeurtenissen. Onderweg ontmoetten zij andere stammen en vertelden zij elkaar over hun ervaringen, dilemma's en problemen en hoe zij de kracht vonden om alle tegenslagen het hoofd te bieden. Zij vonden steun in de overlevering en de religie van hun voorouders, van wie de geest immer doorleeft in de eeuwige jachtgronden. De overlevering van deze tochten in verhalen en rituelen symboliseren in wezen weinig anders dan een inwijdingsritueel, een proces van individuatie ("volwassenwording"), dat ieder levend wezen moet doormaken om harmonie te bereiken met zichzelf, de natuur en de kosmos. De traditie van de Indianen om verhalen te vertellen - gebaseerd op de wijsheid en de steun der Medicijnmannen - komt in vele opzichten overeen met het gebruik in de vroege middeleeuwen in Europa, toen minstrelen en marskramers met hun verhalen en liederen inzicht, steun en verlichting brachten in donkere dagen en moeilijke perioden en levensfasen. De wijsheid van de Medicijnmannen en de kracht van - helaas - vaak veronachtzaamde tradities en kennis van onze voorouders, schenken ons inzicht en kracht om actuele maatschappelijke en persoonlijke vraagstukken te beantwoorden. Met Het Orakel van de Indiaanse Medicijnmannen maken wij op visuele, archetypische wijze kennis met de essentie van het bestaan en de oerwaarden die daaraan ten grondslag liggen.