ÿþHet machtige heilsplan van God wordt verkondigd: het evangelie. Ieder mens zou deze boodschap met vreugdevolle gehoorzaamheid moeten aannemen. Helaas is - zoals J.G. Woelderink zei - de leer der verkiezing voor velen een verschrikking geworden in plaats van een bron van troost. Mensen bouwen er hun vernuftige bedenksels omheen. Theologen, gomaristen enerzijds en arminianen anderzijds , hebben er onenigheid over. En arme zondaars keren zich af van de levenswateren die door Gods verkiezende liefde in het evangelie voor ons ontspringen. In dit vierde deel van de evangelisch-dogmatische reeks brengt de auteur deze rivieren in kaart, en de bron van Gods oneindige welbehagen waarin zij ontspringen. ''t Heilgeheim wordt aan Gods vrinden naar zijn vreêverbond getoond,' zoals de berijmde psalm zegt. Zelfs op de meest zorgvuldige 'kaart' van Gods plannen blijken er veel geheimen over te blijven, die niet allemaal door mensen kunnen worden ontsluierd. Maar met een ootmoedig en dankbaar hart mogen wij Gods genade aannemen. Prof. dr. Willem J. Ouweneel (1944) doceert theologie aan de Evangelische Theologische Faculteit (Leuven/Heverlee, B.), de Evangelische Theologische Academie (Zwijndrecht) en de Evangelische Hogeschool (Amersfoort). Dit is het vierde deel van een geplande Evangelisch-Dogmatische Reeks.