Dorian Gray had de wens geuit dat hijzelf jong zou blijven terwijl het schilderij dat Basil Hallward van hem had gemaakt, oud werd; dat zijn eigen schoonheid onbezoedeld zou blijven terwijl het gezicht op het doek de smet van zijn hartstochten en zonden zou dragen. Het was de cynische Lord Henry Wotton geweest die in Dorian dit verlangen naar eeuwige jeugd en schoonheid had gewekt en wenste dat hij zijn leven eveneens tot een kunstwerk zou stileren. Dorians wens wordt verhoord: zijn portret wordt de spiegel van zijn ziel en zelf stort hij zich op alle genietingen van het leven. Maar wat is de prijs die hij en zijn omgeving voor zijn "immoreel" gedrag en identiteitsverlies moet betalen? In deze realistisch-symbolische roman, die in het Fin-de-Siècle ""provocerend" en "macaber" werd genoemd, vallen vooral Wilde's met geestige paradoxen doorspekte dialogen op.