Op 7 mei 1945 loopt Susan Boerhaave tijdens een bevrijdingsfeest in IJmuiden een man tegen het lijf die zij eerder zag fietsen langs het kanaal. Het was haar opdracht hem te liquideren. Susan, die zich als zestienjarige aansloot bij het gewapend verzet, heeft grote moeite zich te voegen naar de normaliteit van het naoorlogse leven. Ze wordt gekweld door schuldgevoelens en angstige vermoedens omtrent haar omgekomen medestrijders, onder wie Anna Schagen (geïnspireerd op de verzetsheldin Hannie Schaft). Lijdt Susan aan waandenkbeelden of is de werkelijkheid krankzinniger dan haar nachtmerries? In het grotendeels afgebroken IJmuiden is het beruchte politiebureau waar arrestanten werden gemarteld, onaangetast gebleven. Ook al is het corps na de bevrijding gezuiverd, toch blijven hardnekkige geruchten de ronde doen over corruptie en collaboratie door inmiddels met promotie beloonde politiefunctionarissen. Iedereen fluistert, niemand durft hardop te spreken. Tot er plotseling berichten in de kranten verschijnen. Een landelijk schandaal breekt uit. Samen met een vriend van de Binnenlandse Strijdkrachten probeert Susan de duistere gebeurtenissen in de laatste oorlogsmaanden te reconstrueren. Pleegden de voormannen van de illegaliteit in Kennemerland wel uitsluitend verzet tegen de Duitsers?