Jan beklaagt zicht bij zijn vriend. 'Mijn schoonmoeder is net een wandelend nieuwsblad.' 'Waarom? Praat ze dan zoveel?' 'Nee, maar ze verschijnt dagelijks.' 'Weet je dat er telkens als ik in- en uitadem op de wereld iemand doodgaat?' 'Dan moet je zeker een ander mondwater kopen.' 'Ik heb voor mijn vrouw een schoothondje gekocht, een sint-bernard.' 'Een sint-bernard? Dat is toch geen schoothondje?' 'U kent mijn vrouw niet…'