In een stadje in het zuidwesten van Frankrijk ontdekt een schrijver in het archief van het plaatselijk museum een bijzondere perkamentrol uit de twaalfde eeuw. Het is een lofrede van de troubadour Marcebru voor de liefde van zijn leven: de mooie, jonge non Amedee de Jois. De mysterieuze omstandigheden waarmee haar vroegtijdige dood is omgeven, zetten hem aan tot een pelgrimage door het Provencaalse platteland. Hij gaat op zoek haar de mensen en plaatsen die Amedee na aan het hart lagen. Acht eeuwen later volgt de schrijver het spoor van Marcebru en ontdekt tijdens zijn reis niet alleen een land van tijdloze schoonheid, esoterische filosofieen en religieuze conflicten, maar ontrafelt ook het mysterie van de dood van Amedee.