De extravagante Philomène Tralala (geboren Fatima Aït Bihi) heeft sociaal gezien alles tegen: ze is zwart, Marokkaans, kleindochter van een slavin, wees, emigrante, schrijfster, lesbienne en ze heeft een buitengewoon opvliegend karakter. Maar ze is ook bloedstollend mooi. In Het tragische einde van Philomène Tralala doet ze verslag van de gebeurtenissen die leidden tot haar gevangenschap: de aanvaringen met een prominente literatuurcriticus die haar stalkt, de beschuldigingen van plagiaat die breed uitgemeten worden in de pers, de dood van de criticus die haar in de schoenen geschoven wordt. Gaandeweg wordt duidelijk waarom Philomène zo opstandig en agressief is. Hoe onmogelijk het is voor een ontwortelde en seksueel aantrekkelijke vrouw, zich staande te houden in een mannelijke, blanke wereld.