Na twee studies en veel trainingen begint voor Rob het sociale leven weer. Hij heeft controle over zijn geest en lichaam, maar niet over opspelende romantiek. Dit heeft gevolgen voor zijn taak als beschermer van 'De Gele Roos', een wazig georganiseerd verbond van vrijwilligers en weldoeners. Gelukkig is er hulp vanachter een bureau door een Amerikaanse spion, een Zwitserse graaf, een oudere dame in een rolstoel, dieren en de nodige jongedames. Dames die hem helpen, voor de voeten lopen en voor hem vallen. Alles wordt gelardeerd met typische uitspraken die een cabaretier als one-liners zou kunnen gebruiken.