Als jongen is Daniel Rooke al een buitenbeentje. Op school probeert hij zijn intelligentie en passie voor wiskunde en astronomie te verbergen voor zijn wrede klasgenoten. Door financiële hulp van een mecenas kan hij studeren en officier worden bij de Britse vloot. In 1787 verlaat de vloot Groot - Brittannië en zet koers naar Australië met aan boord de eerste ladingen gevangenen die de nieuwe kolonie moeten gaan bevolken. Daar aangekomen slaat Rooke op een afgelegen plek zijn kamp op en bouwt een eenvoudig observatorium. Enkele Aboriginals komen een kijkje nemen en met een van hen, het meisje Tagaran, sluit hij vriendschap en ze proberen elkaars taal te leren. Maar aan hun vriendschap komt een einde als Rooke een bevel krijgt dat zijn leven voor altijd zal veranderen.