Terug naar de roots van hun Belgische moeder die haar verleden altijd min of meer verborgen heeft gehouden, vormt het kernpunt van deze roman dat zich geheel in België afspeelt. Twee broers horen pas na het overlijden van hun moeder hoe haar leven er in werkelijkheid heeft uitgezien. Het brengt de lezer naar de jeugdjaren van de hoofdpersoon in Wallonië, de mijnopstand van '32, de werkeloosheid, de crisis en bekrompen instellingen. Daarna naar het vooroorlogse Antwerpen waar de jonge vrouw, na het overlijden van haar vader, in contact komt met Max, zoon van een Joodse ondernemer, waaruit een vriendschappelijke verhouding ontstaat. Na ernstige ongeregeldheden in Antwerpen, waardoor Joodse ondernemers gedwongen werden hun zaken op te geven en later door de dreigende oorlog, verliezen zij elkaar enige jaren uit het oog en verlooft zij zich eerst nog met een ander, maar dan, na op verschillende onderduikadressen te hebben gewoond, staat Max onverwachts bij haar op de stoep. Hij wordt liefderijk door de ouders van het meisje in huis genomen, maar als later blijkt dat de dochter zwanger is, wordt hij door hen verstoten. Zo komt hij tenslotte terecht bij het 'café,' zijn laatste onderduikadres, waar hij aan het eind van de oorlog wordt verraden.... Het verhaal leidt de lezer door een periode van machtsmisbruik , ontbering en bekrompen instellingen, maar ook van oorlog, verraad en verlies.