Zij is een wat oudere boerin van het noordelijke platteland. Hij is een promoverende wetenschapper. Beiden leiden een eenzaam leven, althans een leven dat wat los staat van de 'gewone' maatschappij. Dan neemt de vrouw een initiatief: zij stapt uit steeds dezelfde wisseling der seizoenen en tracht haar leven een andere wending te geven. Het toeval brengt de boerin als kamerbewoonster bij de wetenschapper in de stad. Ze ondernemen zelfs gezamenlijk een reis naar Frankrijk. Op dat moment leren de beide hoofdpersonen elkaar kennen. Op de achtergrond speelt de filosofie van de Aboriginals in Australië een belangrijke rol. Het vijfde jaargetijde is geschreven in de vlotte maar indringende stijl die Parmentiers zo kenmerkt. Weer een boek om ademloos uit te lezen.