De Shannara-trilogie gaat over het naspel van de oorlogen met een eeuwenoud kwaad, waarin gnomen, elfen, heksenmeesters, druïden en veel andere typische fantasy-voorwerpen, scènes en personages. Het Zwaard kan enkel gebruikt worden door een ware afstammeling van Shannara; de elfenstenen houden het kwaad op afstand, net als de magische wenszang die de groei van planten en bomen kan beïnvloeden. Opeens is hij daar: de Druïde Allanon, dezelfde man die Shea hielp de Tovervorst te verslaan in Het Zwaard van Shannara en die Wil Ohmsford overhaalde om mee te gaan op de zoektocht naar een remedie voor de stervende elfenboom in De elfenstenen van Shannara. Hij komt voor de liefelijke Brin Ohmsford, dochter van Wil en kleindochter van Shea Ohmsford. Ze heeft, net als haar broer, de macht van het wenslied: een eeuwenoude elfenmagie. Voor Brin is het slechts een speeltje, maar Allanon ziet hierin de enige kans om de eeuwenoude bron van kwaad, de Ildatch te vernietigen. De Ildatch is een boek, door demonen geschapen, wiens huiveringwekkende macht zelfs die van Allanon te boven gaat. Door zijn corrumperende invloed, die jaren geleden Allanons vader in de zwarte Tovervorst veranderde, bedreigt de Ildatch heel Shannara'