De zwarte Julia Carlyle, plaatsvervangend decaan op het seminarie, en haar man Lemaster, rector aan de universiteit, leven midden in 'het witte hart' van de universiteitsstad Elm Harbor. De Carlyles genieten veel aanzien, mede omdat Lemaster bevriend is met de president van de Verenigde Staten. Hun rustige leven wordt bruut verstoord als een moord de oude rassenhaat in de stad oprakelt. Julia, die ooit een relatie had met het slachtoffer, raakt bij de zaak betrokken en komt geleidelijk achter het motief van de moord. Een motief dat desastreuze politieke gevolgen blijkt te hebben die zelfs het witte huis niet onberoerd laten.