De dag waarop Bill Bryson door zijn moeder naar school werd gestuurd in een meisjeskniebroek wordt door sommigen gezien als het eerste teken dat hij niet afkomstig was van de planeet Aarde. Anderen denken dat het allemaal begon op zesjarige leeftijd, toen hij een zeldzaam fijne wollen trui ontdekte. Midden over deze door motten aangevreten trui liep een gouden bliksemschicht. Hoewel het op een oude sporttrui leek, wist de jonge Bryson wel beter. Voor hem was het onbetwist de Heilige Sweater van Zap. Deze trui bewees dat hij terecht was gekomen bij een onbenullige familie in het midden van Amerika om te kunnen vliegen, onzichtbaar te worden, van veraf pistolen uit handen van mensen te schieten en om, net als Superman, zijn onderbroek over zijn broek te dragen. In Het wonderbaarlijke leven van de Thunderbolt Kid reist hij terug in de tijd, op zoek naar het normale kind dat hij ooit was en naar het Amerika van de jaren vijftig. Het was een gelukkige tijd, waarin bijna alles goed voor je was, inclusief ddt, sigaretten en nucleair afval. In Het wonderbaarlijke leven van de Thunderbolt Kid schuilt herkenning voor iedereen die ooit jong was.