Januari 1988. De trein van Moskou naar Berlijn ploegt door de Russische nacht. Aan boord bevinden zich Bernard Samson en een doodzieke medepassagier. Het wordt een lange en gevaarlijke reis. Rusland zucht onder de juk van het communisme en het Poolse leger lijkt in Warschau de touwtjes stevig in handen te hebben. Gevoelens van achterdocht, angst en woede zijn even sterk als de sneeuwjachten die de trein geselen en de strenge, desolate stations onderweg hun grimmig aanzien verlenen. Bernard Samson heeft genoeg stof tot nadenken. De dood van zijn schoonzusje Tessa blijft een mysterie en Fiona, zijn vrouw, is na haar terugkeer niet meer dezelfde. Helaas lijkt zijn boezemvriend Werner Volkmann niet erg genegen hem terzijde te staan.