Karl ‘Charlie’ Kolostrum is een wat dikkige puber met huid problemen. Zijn aan alcohol en seks verslaafde moeder heeft zijn vader al jaren geleden uit huis verjaagd. Charlies leven bestaat uit eten, veel eten, het lezen van de boeken van Karl May en een dagelijkse portie dagdromen. Eigenlijk is hij nergens in geïnteresseerd. Behalve in seks, natuurlijk. Hijheeft geen idee hoe hij iets van zijn leven kan maken.Hij zit de tijd voornamelijk uit. Hij zit en haalt zijn schouders op, ondertussen bedenkend hoe ‘het’ allemaal zou moeten. Zijn keuze voor een studie kunstgeschiedenis wordt niet ingegeven door liefde voor de kunsten, maar door het hoge aantal vrouwelijke studenten. Ondanks zichzelf, en ook dankzij een hoog bejaarde oud tante en een paar gekke vriend(inn)en, verandert Charlie van indolente puber in een volwassene die zich verantwoordelijk voelt voor zijn omgeving. Hoe men leven moet is een vermakelijke satire op de ‘zelfhulpboeken’ waarin de theorie vaak niet aansluit op de praktijk. Bovenal is Hoe men leven moet het antwoord op de vraag ‘wat men lezen moet’.