In de Gouden Eeuw stonden Hollanders tot over de grenzen bekend om hun bloeiende economie en florerende schilderkunst, maar ook om hun ongebreidelde gevoel voor humor. Komedianten trokken langs kermissen, schouwburgen puilden uit wanneer er kluchten werden opgevoerd en grappige prenten vlogen over de toonbank. Maar het hardest werd er gelachen om een goed vertelde mop. De beste moppen die rond 1670 circuleerden, werden opgetekend door de Haagse bon-vivant Aernout van Overbeke. In Holland lacht zijn de honderd leukste geselecteerd. Zij geven een uniek inkijkje in de Hollandse samenleving en de humor ten tijde van de Gouden Eeuw. Rudolf Dekker is historicus en publiceerde diverse boeken en artikelen over humor in de geschiedenis. Samen met Arianne Baggerman schreef hij het bekroonde Kind van de toekomst. De wondere wereld van Otto van Eck (1780-1798), dat in 2005 bij Wereldbibliotheek verscheen. Dekker doceert geschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.