Arnhem, december 1999. De succesvolle architect Viktor Vonk bereidt zich voor op de opening van een overzichtstentoonstelling van zijn werk. Bernhard Mörtenböck, een Duitse kunsthistoricus, zit in de trein naar Arnhem; hij zal de tentoonstelling openen. In tegengestelde richting reist Viktors vrouw Ada. Ze is op weg naar haar dochter in Wenen. Dit keer voorgoed. Drie mensen, drie karakters, drie geschiedenissen. Wat hebben ze gemeen? In ieder geval een oorlog die hun verdere leven bepaald heeft. Holle haven is een roman over pogingen om tegen beter weten in het verleden van je af te schudden. De titel vond Willem van Zadelhoff in Paul van Ostaijens dichtbundel Bezette stad. In zijn romandebuut Een stoel beschreef van Zadelhoff de odyssee van een stoel en de zoektocht van drie generaties naar licht en lucht. Holle haven is geen vervolg op deze roman. Eerder een tegenhanger. Toch vormen ze samen een geheel waarin opkomst en ondergang van de modernistische architectuur en van de maakbaarheid van de mens worden beschreven.