Een wat oudere Amerikaanse arts en zijn echtgenote maken een vakantiereis door Latijns-Amerika. Daar komen zij Grove tegen, een buitengewoon knappe en charmante jongeman, en diens beeldschone, zeventienjarige maîtresse. De schijnbaar toevallige ontmoeting vormt het startpunt van een gruwelijke tocht langs de grenzen van waan en werkelijkheid, met de dood aan het einde. 'Hoog boven de wereld' beschrijft op meesterlijke wijze de menselijke wreedheid.