Dit is de eerste van een reeks publicaties over opgravingen van de Vrije Universiteit in de Kempen tussen 1980 en 1994, geanalyseerd in het kader van een project gefinancierd door NWO, de provincie Noord-Brabant, de Vrije Universiteit en het Noordbrabants Museum. De Kaboutersberg is een oude grafheuvel in het Koebosch iets ten noordoosten van Hoogeloon. Zoals de naam al aangeeft, was de heuvel volgens oude volksverhalen de woonplaats van kaboutermannekes. Het laatste restje van de heuvel is afgegraven in de jaren twintig, maar vondsten in de directe omgeving suggereerden dat het ging om een tumulus uit de Romeinse tijd, gelegen in een groter grafveld. Omdat de afstand tot de bekende villa van Hoogeloon-Kerkakkers zo’n 400 m bedraagt, bestond het vermoeden dat de begravingen in het Koebos hiermee verband hielden. Van het grafveld zijn in de eerste plaats zeven randstructuren (-greppels) aangetroffen. Hieruit waren de centrale graven weliswaar al verdwenen, maar vondsten in de greppels wezen op een continu gebruik van het grafveld van het begin van de jaartelling tot in de 3de eeuw na Chr. De afmetingen van enkele van de greppels suggereren dat hier personen met een speciale status waren bijgezet, mogelijk de stichters van de nederzetting op de Kerkakkers. Van de Kaboutersberg zelf is niets meer aangetroffen, maar op de mogelijke locatie bevond zich een kuil met bouwpuin en vlak daarnaast rechthoekige kuil waarin mogelijk een fundering was geplaatst. Uit de bouwfragmenten van kalksteen is een graftoren van 5.5 m gereconstrueerd, een voor het Brabantse platteland unieke vondst. Dergelijke Romeinse grafmonumenten waren tot nog toe alleen bekend uit plaatsen als Nijmegen, Maastricht en Tongeren.