Wat gebeurde er met het politieke bewustzijn van de Zeeuwse plattelandsbevolking toen het goed ging met het boerenbedrijf en de steden in verval raakten? Dat is de centrale vraag van dit boek. Hoe komt in het revolutietijdvak een nieuw politiek evenwicht op het platteland tot stand? Welke rol speelden politieke belangen van stedelingen op het platteland? En hoe opereerden de lokale bestuurders in de dorpen? Jeanine Dekker gaat uitvoerig in op de ontwikkeling van het politiek bewustzijn van de plattelandsbevolking. Ze laat daarbij zien hoe de politieke vertogen op het platteland werden beïnvloed door de relaties met de nabijgelegen steden. Dit boek toont aan dat zich op het Zeeuwse platteland tussen 1750 en 1850 een belangrijk proces van politieke bewustzijnsvorming voltrok en beantwoordt de vraag waarom dit bewustzijn vooralsnog niet leidde tot een aanval op de politiek-institutionele dominantie van de stad.