Dit is poëzie die met evenveel gemak schaamteloos lyrisch als nuchter en kordaat kan zijn. Gedichten die rustige lange regels bevatten die naar proza neigen, of in kortademige regels rake beelden uit de werkelijkheid op elkaar laten botsen. Bang voor de bal legt de vinger op de zere plek, waarbij echter de tederheid voortdurend op de loer ligt.