Er is een taal die alles laat zoals het is – maar niemand kan hem spreken. Lieveling blijft lieveling in deze taal en leeuwerikje leeuwerikje. Of ijs of spanrups of de Dom van Keulen, niets heeft iets van deze taal te vrezen. Natuurlijk, kogel blijft in deze taal een kogel, hij heelt geen wonden, lest geen dorst, lenigt geen verdriet. Maar wat doet het ertoe: er is geen woord voor ik in deze taal, niemand kan hem spreken.