In de verhalen van Ik veeg de zon van de daken beschrijft Hanaan as-Sjaikh de tegenstellingen tussen jeugd en volwassenheid, dagelijks leven en verbeelding, Oost en West, traditie en moderne wereld. Zo rijdt in het verhaal ‘Het land van de zon’ een auto een kameel aan en slaat over de kop. Er is één vrouw onder de inzittenden. Haar jurk is gescheurd en ze is halfnaakt. Djasim schiet als eerste te hulp. Hij ontfermt zich over de dode mannen, maar uit schaamte voor haar naaktheid laat hij de vrouw zitten.